De laatste raadsvergadering van het jaar is afgesloten in harmonie. De week daarvoor werd in een turbulente nachtelijke vergadering de begroting vastgesteld met een nipte meerderheid. Dat gaf ons wat onrust want wat betekent zo’n uitslag? Deze week kwam duidelijkheid, de gehele raad vindt dat de begroting het kader is voor het college is. Dit werd onderstreept met woorden van waardering, vertrouwen en bloemen. Dat was fijn en geeft ons voldoende draagvlak om voortvarend verder te gaan. 

Nu de begroting ook is goedgekeurd door de provincie Drenthe richten we alle pijlen op het herontwerp van het sociale domein. Onlangs kwam het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) met een conclusie die iedereen al jaren aan zag komen: de verwachtingen van de decentralisaties (duur woord voor het overhevelen van taken van het Rijk naar de gemeenten) zijn niet waargemaakt. Eén van de gedachten was dat de participatiewet, de jeugdzorg en de WMO door gemeenten goedkoper en beter zou kunnen worden uitgevoerd. Vijf jaar later blijken die verwachtingen niet te zijn ingelost.  

In Hoogeveen zijn de uitgaven aan het sociaal domein zo uit de hand gelopen dat het herontwerp ertoe moet leiden dat we binnen vier jaar 6 miljoen minder gaan uitgeven. Eén van de problemen waar we bij deze opdracht tegenaan lopen is de samenstelling van de bevolking. Er wonen in Hoogeveen relatief veel laaggeschoolden die weinig inkomen hebben. Ook wonen er meer ouderen. De vraag naar zorg en ondersteuning is hoog en dat kost steeds meer geld. 

Ik krijg een steeds beter beeld bij de verhalen achter deze cijfers. Heel informatief was het werkbezoek aan de wijkagenten. De drie Jannen en Geke vertelden mij wat zij zien en ervaren in hun dagelijkse werk. Zij zien drie prioriteiten: verslavingsproblematiek, armoede en laaggeletterdheid. Er zijn ongeveer duizend gezinnen waar (een combinatie van) deze problemen spelen. Een schrikbarend aantal, vooral omdat we weten dat deze problemen ‘erfelijk’ zijn. Het is heel moeilijk voor kinderen om later, als ze zelf volwassen zijn, niet in dezelfde problematiek te vervallen. 

Na het gesprek op het politiebureau scheurde ik met één van de Jannen door het buitengebied. Jan is vrijwilliger bij natuurmonumenten en tussen de politieverhalen door vertelde hij honderduit over het peilen van grondwater en een pretentieus fokprogramma met het Gentiaanblauwtje, een zeldzaam vlindertje. En toen stonden we ineens voor een enorme berg in het Drentse landschap, een afvalhoop bedekt onder een toplaag van schoon zand. Een opzienbarende transformatie van afval naar een populair recreatiegebied. Volgens Jan is de ‘Col de Vam’ tevens een bekend wielerparcours. Wielrenners fietsen zich het snot voor de ogen op de hellingen van 10% tot 15% en er is ook nog een kasseienpad! Jammer dat ik mijn wielrenfiets heb ingeruild. Hoewel, dat kan natuurlijk ook weer ongedaan gemaakt worden. 

Groet, Janita

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *